De 11 principes van agroecologie
Agroecologie is een praktijk, beweging en wetenschap dat het leven ondersteunt in plaats van vernietigt. Hoewel agroecologie er in elke context anders uitziet, is ze diep geworteld in stevige principes die overal gelden.
Wij werken en leven vanuit de principes van agroecologie uit de internationale Nyeleni Declaratie voor Agroecologie die in 2015 is opgesteld door sociale bewegingen van boeren, vissers, herders, inheemse volkeren, vrouwen en anderen.
Dit zijn de principes:
1. Agroecologie is een manier van leven.
Agroecologie is een manier van leven en de taal van de natuur, die we leren als kinderen van die natuur. Het is niet slechts een verzameling van technologieën of productiepraktijken. Het kan niet in alle gebieden op dezelfde manier als een blauwdruk worden toegepast. In plaats daarvan is het gebaseerd op principes die, hoewel ze vergelijkbaar zijn in de verscheidenheid van onze regio’s , op veel verschillende manieren kunnen worden beoefend, waarbij elke sector bijdraagt in hun eigen kleuren volgens de lokale realiteit en cultuur, maar altijd met respect voor Moeder Aarde en onze gemeenschappelijke, gedeelde waarden.
2. Agroecologische praktijken bouwen op diversiteit.
De productiepraktijken van agroecologie (zoals combinatieteelt, traditionele visserij, nomadische kuddes, , integratie van gewassen, bomen, vee en vis, bemesting, compost, lokale zaden en dierenrassen, enz.) zijn gebaseerd op ecologische principes zoals het opbouwen van bodemleven, het recycleren van voedingsstoffen, het dynamisch beheer van biodiversiteit, en energiebesparing op alle schaalniveaus. Agroecologie vermindert drastisch het gebruik van extern aangekochte inputs waar de industriële landbouw zo afhankelijk van is. Er wordt in de agroecologie geen gebruik gemaakt van chemische bestrijdingsmiddelen, kunstmatige hormonen, GMO’s of andere gevaarlijke nieuwe technologieën.
3. Agroecologie is plaatsgebonden
De gebiedsgebonden benadering is een fundamentele pijler van agroecologie. Volkeren en gemeenschappen hebben het recht om hun eigen spirituele en materiële relaties met hun land te onderhouden. Ze hebben het recht om hun sociale gebruiken veilig te stellen, te ontwikkelen, te beheren, en aan te passen. Zo ook het politiek en sociaal besturen van hun land en leefgebied, met inbegrip van visgronden. Dit impliceert de volledige erkenning van hun wetten, tradities, gebruiken, eigendom stelsels en instellingen, en vormt de erkenning van de zelfbeschikking en autonomie van volkeren.
4. Gemeenschappelijke toegang tot en gebruik van natuurlijke hulpbronnen
Collectieve rechten op, en toegang tot de commons, gemene goederen en gronden zijn fundamentele pijlers van agroecologie. We delen de toegang tot gebieden die de thuisbasis zijn van veel verschillende groepen, en we hebben geavanceerde systemen om de toegang te reguleren en conflicten te vermijden, die we willen behouden en versterken.
5. Diverse vormen van kennis
De verscheidenheid aan kennis en manieren om kennis te verwerven bij onze volkeren is fundamenteel voor agroecologie. Wij ontwikkelen kennis door onderlinge dialogen (diálogo de saberes). Onze leerprocessen zijn horizontaal en tussen gelijken, gebaseerd op volksonderwijs. Ze vinden plaats in onze eigen opleidingscentra en op onze eigen leef- en werkgebieden (boeren onderwijzen boeren, vissers onderwijzen vissers, enz.), en zijn intergenerationeel, met uitwisseling van kennis tussen jongeren en ouderen. Agroecologie is ontwikkeld door onze eigen innovatie, onderzoek, veredeling van gewassen en fokkerij van vee.
6. Een noodzakelijk evenwicht tussen de natuur, de kosmos en de mens
Mens, natuur en spiritualiteit zijn met elkaar verbonden. We erkennen dat we als mensen slechts een deel van de natuur en de kosmos zijn. We delen een spirituele band met ons land en met het web des levens. We houden van ons land en van onze volkeren. Zonder dat, kunnen we onze agroecologie niet verdedigen, niet vechten voor onze rechten, of de wereld voeden. Wij verwerpen de commodificatie van elke vorm van leven.
7. Organisaties en bewegingen zijn de grond waaruit agroecologie bloeit
Families, gemeenschappen, collectieven, organisaties en bewegingen zijn de vruchtbare grond waarin agro- ecologie bloeit. Collectieve zelforganisatie en actie maken het mogelijk om agroecologie op te schalen, lokale voedselsystemen op te bouwen, en de corporate heerschappij over ons voedselsysteem uit te dagen. Solidariteit tussen volkeren, tussen landelijke en stedelijke populaties, is een cruciaal ingrediënt.
8. Breken van de controle van de mondiale markt en naar meer zelfbestuur door lokale gemeenschappen.
Dit betekent dat we het gebruik van inputs die van buitenaf komen tot een minimum beperken. Het vereist ook het hervormen van markten, zodat ze gebaseerd zijn op de principes van solidaire economie en de ethiek van verantwoorde productie en consumptie. Het bevordert een directe, eerlijke en korte distributieketen. Het impliceert een transparante relatie tussen producenten en consumenten, en is gebaseerd op de solidariteit van gedeelde risico’s en voordelen.
9. Machtsstructuren uitdagen en transformeren
We moeten de controle over zaden, biodiversiteit, land en grondgebieden, water, kennis, cultuur en de gemene goederen in de handen plaatsen van de mensen die de wereld voeden.
10. Agroecologie bouwt op de kennis, waarden, visie en leiderschap van vrouwen.
Vrouwen en hun kennis, waarden, visie en leiderschap zijn van cruciaal belang om vooruit te komen. Migratie en globalisering heeft er voor gezorgd dat het werk van vrouwen is toegenomen, maar toch hebben vrouwen veel minder toegang tot hulpbronnen dan mannen. Maar al te vaak wordt hun werk noch erkend, noch gewaardeerd. Om het volledige potentieel van agro-ecologie te bereiken, moet er een gelijke verdeling zijn van macht, taken, besluitvorming en vergoedingen.
11. Jongeren vormen samen met vrouwen een belangrijke sociale basis voor de evolutie van agroecologie
Agro- ecologie kan jongeren de ruimte bieden om bij te dragen aan radicale sociale en ecologische transformatie, die gaande is in veel van onze samenlevingen. De jeugd draagt de verantwoordelijkheid om de collectieve kennis die zij van hun ouders, ouderen en voorouders hebben opgedaan, mee te nemen en naar de toekomst te brengen. Zij zijn de rentmeesters van agroecologie voor toekomstige generaties. Agroecologie moet een gebiedsgebonden en sociale dynamiek teweeg brengen die kansen schept voor jongeren op het platteland en die het leiderschap van vrouwen waardeert.
Agroecologie vormt op die manier een pad naar voedselsoevereiniteit.